Willen is kunnen

De Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele, ze bestaat en ze floreert. Wie in West-Vlaanderen wil werken kan maar beter de taal van de streek spreken, zo stond het in de krant. Ik kom al eens in de Far West en ik geef toe, ook ik moet wat moeite doen om te verstaan en verstaan te worden. Steevast krijg ik de opmerking: “Mo hie zie nie van iere” (“Jij bent duidelijk niet van hier.”). En een ‘zjatte’ koffie, krijg ik ook steevast, want gastvrij zijn ze daar wel, zeker voor wie er wil werken. Willen is kunnen, het is de West-Vlaming met de paplepel ingegeven. Onder andere daarom mag ik ze wel. En over die mentaliteit wilde ik het hebben. Geen Nederlands willen spreken, ’t is een keuze. Geen goed Nederlands kunnen spreken… We hebben deze zomer dit kleine landje van ons bijna gesplitst op de taalgrens. Tegelijk zouden we onze taal niet belangrijk genoeg vinden om als we Nederlands spreken, dat ook goed te doen? Ik kan het niet geloven. Maar dat een beetje hulp af en toe welkom is, is me deze week weer duidelijk geworden: nul op tien (0/10!) haalden al te veel dertienjarigen voor een dictee met als thema de OTT (de onvoltooid tegenwoordige tijd!). Nul op tien!

Een taaltip dus, want het is te lang geleden: het-woorden krijgen ‘dat’, de-woorden krijgen ‘die’ als betrekkelijk voornaamwoord. Concreet: ‘het onderhandelde akkoord dat…’ en ‘de propere splitsing die…’. Ook als het lidwoord er niet staat, blijft dat zo: ‘ons complexe land dat…’ en ‘Vlamingen en Walen die…’.

Te moeilijk, dat Nederlands? De regels aanpassen aan de realiteit? Een taal leeft? U hoort het meestal anders? Als de meerderheid altijd gelijk kreeg, dan was de voertaal in Wezembeek Frans en droegen alle oudjes beige jassen.


Oct 2011

Al wat lezen?


Contact

  • Comm. V Pheidippides
  • Emiel Clausplein 2/0101
    9800 Deinze

  • Ondernemingsnr BE-0893.999.015