Blauwe oogjes

Hij was de mooiste van een nest van vijf. Mama Marouf, de witte Perzische, mocht terecht trots zijn op haar kroost. Om ’t er witst waren ze, allemaal, maar Blauwe Oogjes nog net iets witter. Hij was haar lieveling. Ook na vele weken, toen de anderen al zelfstandig aten, hield hij het bij wat zijn mama te bieden had. Tot er op een middag gehakt over was. Hij trilde op zijn pootjes terwijl hij het vlees van het schaaltje naar binnen schrokte. Broers en zussen kwamen kijken: wat had die kleine ineens? Maar hij keek niet op of om. Wel trapte hij met zijn achterpoten als een ezeltje: “Uit mijn buurt allemaal!”. Niet dat iemand hem het vlees niet gunde, honger was er niet in dit poezenparadijs.

De ban was gebroken: Blauwe Oogjes stuntte nu keer op keer. Hij bleef op de grasmaaier zitten terwijl die het gras maaide. Hij verpinkte niet, waar broers en zussen wegstoven zodra de stofzuiger aansloeg. Maar elke maaltijd was een gevecht tegen windmolens: hij wiekte met zijn achterpoten als stond er een heel leger katachtigen te azen op wat hij at. Nooit zat hij gezapig met broers en zussen rond het copieuze Whiskas- of Spinnermaal.

Blauwe Oogjes kreeg een echte naam en nieuwe baasjes. Jaren later hoorden we van het jammerlijke einde van zijn te korte leven: aangereden door een auto. Hij had hem niet horen aankomen, hij was doof.

Dove katjes zijn gedoemd tot een rusteloos leven van graaien en schransen. Dove katjes kun je niet uitleggen dat er genoeg eten is voor iedereen. En dat het leven eenzaam is als je niemand vertrouwt.


Feb 2011

Al wat lezen?


Contact

  • Comm. V Pheidippides
  • Emiel Clausplein 2/0101
    9800 Deinze

  • Ondernemingsnr BE-0893.999.015